zaterdag 19 december 2015

Column voor 'De Wekker': Oosterkerk - oogsten.

Onderstaande column schreef ik voor 'de Wekker' het landelijke kerkblad van de Christelijke Gereformeerde Kerken.


Oosterkerk
De kop van de plaatselijke krant: De Oosterkerk in Aalten zal op termijn waarschijnlijk worden verkocht. Dit nieuws, niet helemaal onverwacht, brengt een boel reuring in ons kleine dorp. Discussie alom over een eventuele nieuwe bestemming en over waarom juist dat kerkgebouw en niet een ander.
Voor mij is de Oosterkerk een icoon van Aalten als het Jerusalem van het oosten. Het is de kerk van het rijke gereformeerde leven, waar Aalten vroeger beroemd en berucht om was. Het is de kerk van de vier diensten per zondag van vroeger, de kerk waar de kerkepaden uit Barlo en Dale op uitlopen, de kerk van het gedenkraam over hulp en verzet in de tweede wereldoorlog.
Het is ook de kerk waar ik regelmatig langs fiets, als ik ergens op bezoek ga. En dan doe ik twee dingen: ik kijk op de torenklok, of ik nog op tijd ben, en ik bid dat deze kerk weer vol zal stromen, omdat mensen samen komen uit heel Aalten en omgeving om het Evangelie te horen.

Oogsten
Ik heb een beetje verdriet om dit gebouw, en ik weet niet goed wat ik er mee moet. Is het nostalgie? Verlangen naar “vroeger, toen de kerken nog vol zaten”? Dat is dan verlangen naar een vroeger (“vroegâh”) dat ik nooit heb meegemaakt.  Nostalgie, hoe heilzaam is dat?
Eigenlijk is het meer verdriet om al die mensen, die er ooit kwamen om het evangelie te horen. En vandaag de dag zien zij, en hun kinderen en kleinkinderen, niet meer in wat ze er  zouden moeten zoeken.
Ik heb verdriet om de tevredenheid die nog steeds rondgaat in zo veel van onze orthodoxe en bevindelijke kerken, waar de diensten nog twee keer vol zitten, zoals het hoort. Ik mis gevoel van urgentie. Zijn wij, de orthodoxen, die het voor ons gevoel wel begrepen hebben, dan niet de mensen tegen wie Jezus zegt: “Ga de stegen en de straten van de stad in, en breng ze binnen?” En doen we dat ook? Zijn onze gemeenten en kerkdiensten daar op gespitst en ingericht? Dat we mensen bij Jezus brengen?
Berichten over kerken die gesloten worden moeten bij ons verlangen oproepen. Niet naar vroeger, maar verlangen dat ál onze CGK’s échte zendingesgemeenten zijn. Dat het evangelie zo klinkt en leeft in ons midden, dat het mensen trekt tot Christus. Als dat verlangen er niet is, kunnen we onze kerkgebouwen misschien maar beter te koop zetten.

Elke keer als ik langs de Oosterkerk fiets doe ik twee dingen: Ik bid, en ik kijk op de klok: de tijd dringt. De Heer komt spoedig terug. En de velden zijn wit om te oogsten.

maandag 26 oktober 2015

Column voor 'de wekker' : Wokbuffet - kerkbuffet

Onderstaande column schreef ik voor de laatste uitgave van 'de Wekker'



Wokbuffet

Gezellig een avondje uit met het gezin. Ieder kan kiezen wat hij wil, niet te duur, wat wil je nog meer?
Eet zoveel je kunt binnen twee uur. Genoeg om uit te kiezen. Of is het te veel? Als ik alles kan kiezen, wat is er dan nog aantrekkelijk? In ieder geval niet de keuken. Geen koks meer die hun creativiteit botvieren op mooie producten, maar ongeinspireerde mannetjes die alles wat hun wordt voorgehouden moeten warmmaken in dezelfde mix van veel vet en knoflook.

Wokbuffet: zo vaak van tafel lopen als je maar wilt. Een gesprek voeren is niet meer mogelijk, omdat we óf besluiteloos langs het buffet dreutelen, óf al etend bedenken wat we nog meer willen proberen.
Ook de kinderen kom je de hele avond niet echt tegen. Ze eten drie patatjes, vier toetjes en zitten de rest van de avond te gamen in de speelkamer.

Ik hoop dat er geen wokbuffet is op de bruiloft van het Lam.

Kerkbuffet

Fijn met z’n allen op zondag naar de kerk. Maar gaan we naar de kerk om samen gevoed te worden? Of is het ieder voor zich eten wat je wilt binnen anderhalf uur?
Ik ben soms bang dat het vooral het tweede is. Want er er moet vooral voor ieder wat zijn. Een fijne psalm of een mooi opwekkingslied. Een stukje bevinding naar keuze of desgewenst een vooral heel praktische toepassing. Elke zondag beleven wat vertrouwd is, of elke zondag verrast worden met iets nieuws. Eigenlijk verwachten we dat ‘onze kerk’ de aangegeven voorkeur ook aanbiedt. En anders zijn we teleurgesteld.

Beseffen we wat het betekent om samen lichaam van Christus te zijn? Kunnen we er van genieten dat de Here ons samenbrengt als juist zo veel verschillende mensen met hun eigen smaak? Beseffen we wel dat een eredienst is: samen God loven, en eerbiedig buigen voor zijn Woord? Ook als de dominee van deze zondag naar mijn smaak te veel of te weinig kleur in zijn stropdas heeft?

Ik hoop dat er geen wokbuffet is op de bruiloft van het Lam.




zaterdag 29 augustus 2015

Column voor de wekker: Choose happiness- what are you waiting for?

Onderstaande column schreef ik voor 'de wekker': (zie onder voor het filmpje):

"Choose happend - what are you waiting for?"


Choose happiness!

‘Choose happiness,’ zegt rapper HT in een reclamefilmpje van Coca Cola: ‘Kies voor blijdschap’. Deze opdracht klinkt terwijl we kijken naar - inderdaad: blije mensen die hun eigen geluk kiezen en vormgeven. Ze dansen, beminnen, winnen, verleiden, gaan op reis. Begeleid door een stimulerend beat en met een flesje cola in de hand kiezen ze voor hún happines. En als zij dat kunnen, kunnen wij dat ook.
Wat kiezen voor geluk met cola te maken heeft, is me vooralsnog onduidelijk. In mijn werkelijkheid is de prik er meestal uit en is de cola vaak van het B merk. In mijn werkelijkheid is de fles vaak te slap om goed vast te houden en schenk ik het meeste naast het glas. In mijn werkelijkheid is kiezen voor cola vaak kiezen voor een avond leeg TV kijken op de bank met te veel chips en drankjes met te veel suiker. In mijn werkelijkheid is het vooral kiezen tussen cola met heel veel suiker (Slecht voor je lichaam), of met heel veel namaak – suiker (net zo slecht). Geluk is een keuze, so what are you waiting for? -  Dus waar wachten we nog op?

What are you waiting for?

Waar wacht je op? Als geluk iets is wat je zelf kunt kiezen, dan is het je eigen schuld dat je ongelukkig bent. Je hebt je geluk niet gegrepen – je hebt te lang gewacht. Of je hebt gekozen om niet gelukkig te zijn. Als jij niet gelukkig bent, is er voor mij dus ook geen enkele reden om naar jou om te zien. Waar wacht je op? Is er eigenlijk wel een keuze? Je móet kiezen om gelukkig te zijn, en dat moet nú. Hoe calorie – arm ook, deze blijde boodschap ligt me zwaar op de maag.

Dit is wat Jezus zegt: Zalig zijn de armen van geest, want van hen is het Koninkrijk der hemelen. Zalig zijn zij die treuren, want zij zullen vertroost worden. Zalig zijn de zachtmoedigen, want zij zullen de aarde beërven. Zalig zijn zij die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden. Zalig zijn de barmhartigen, want aan hen zal barmhartigheid bewezen worden. Zalig zijn de reinen van hart, want zij zullen God zien. Zalig zijn de vredestichters, want zij zullen Gods kinderen genoemd worden. Dus waar wachten we op? Verblijd en verheugt u, want uw loon is groot in de hemelen. (Mattheus 5: 12) (Van deze boodschap is geen light – versie beschikbaar)

zaterdag 8 augustus 2015

Column voor de wekker: Verstoan - Vurrblaaid

Hieronder de laatste column die ik schreef voor 'De Wekker'; Verstoan - Vurrblaaid:

Verstoan
Verstaan

Domneer, wat hej ’nen mooien strik um, en van ow preake he’ k völle schik ehad’. Als je dat op zondagmogen na de dienst hoort in Aalten, is er iets goed gegaan. Men waardeert de stropdas (door Mathea uitgezocht) en de preek.  Want schik, dat kan wel meer zijn dan plezier alleen. De preek is ook is begrepen.
Dan moet de domneer de aanspreker natuurlijk ook begrijpen. Maar dat gaat gelukkig meestal goed. Deze domneer kan er erg van genieten om een nieuw dialect te leren begriepen en af en toe döt ‘e ok zien best, zodat het net liekt of den ok een betjen plat pröt. Natuurlijk wördt dat niet wat, en levert die potsierlijkheid hooguit een glimlach op, maar er zit meer achter dan ‘a'j plat kunt praotn, mo'j 't neet laoten. Het gaat niet om de woorden en de klanken, hoe mooi ook. Het gaat er om dat het lukt elkaar te verstaan. Dat begint met elkaars taal. Niet dat daarmee alles is gezegd. Want communicatie is veel meer dan praten, zegt dominee en communicatiedeskundige Anne van der Meiden. Hij zegt het zo: ‘Kiek ik oew an, kiek i-j mi-j an, kiekt wi-j mekare an!' Dát is communicatie. Ik denk dat hij dit bedoelt: elkaar verstaan is niet alleen een kwestie van woorden, maar vooral van aandacht en van het hart.

Vurrblaaid!


Zo had ik laatst een engelse predikant aan de telefoon. Hij zou in het engels komen preken bij ons in Aalten en zijn preek zou vertaald worden. De preek ging over psalm 122: ‘ Ik ben verblijd wanneer ze tegen mij zeggen; Wij zullen naar het huis van de Here gaan’. Hij belde mij omdat hij de nederlandse versie van de psalm ook had gelezen. Hij vroeg zich af: ‘Rick, what is vurrblaaid?’ Dus ik legde het uit: verblijd worden is dat je het eerst niet was, en nu wel wordt. Dat is verblijd. En zo was het ook. Wat was het een zegen om onder een preek te zitten in een andere taal. Om aangesproken te worden door een dominee uit een ander land. En opgeroepen te worden tot de vreugde van het evangelie. Zoals de psalm zegt: waneer ze naar je toe komen en tegen je zeggen: ga mee naar het huis van de Heer, dan is dat een zegen. Waar je samen leert leven van Genade, daar leer je elkaar echt verstaan. Want verstaan is niet alleen een kwestie van woorden, aandacht en het hart, maar vooral van Genade en de Heilige Geest.

woensdag 13 mei 2015

Column voor de wekker: Iedereen is van de wereld - en de wereld is voor iedereen.

Onderstaande column schreef ik vorige maand voor 'De Wekker', 

Thé Lau


Iedereen is van de wereld

Dat zingt de Bergse zanger Thé Lau, die de laatste tijd om zijn gehele oeuvre is gelauwerd (what’s in a name). Een pakkende zin, maar wat zeg je er mee? Wij gereformeerden zeggen het in ieder geval niet. ‘Wij zijn niet van de wereld, wij zijn in de wereld.’ Een mooie zin, maar ik geloof er niks van.  Wij zijn helemaal niet in de wereld. We sluiten ons keurig op in onze eigen kerkelijke cultuur en trekken ons terug uit de samenleving. Hoe relevant is de kerk voor de mensen om ons heen? Hoeveel niet – kerkelijke vrienden heb ik eigenlijk? Bij de cursus getuigend gemeente zijn, die wij in Aalten volgen wordt dat pijnlijk duidelijk: het zijn er veel te weinig. Maar ondertussen zijn we wel ván de wereld. Want we denken precies zoals de wereld denkt. In termen van invloed en macht, status, geld. Vooral bezig met onze eigen rust, vrijheid, comfort. Aan trots en hoogmoed geen gebrek. Niets wereldlijks is ons vreemd. Laten we het maar eens zeggen, als een belijdenis van schuld: iedereen is van de wereld, en ik ook.

... en de wereld is van iedereen.

Dat zingt Thé Lau ook: de wereld is van iedereen. Het zijn woorden die ruimte maken voor anderen. Als de kerk nou eens zou inzetten met dit credo, dan zouden we echt een ander geluid laten horen dan de wereld. Zoals Kees van der Staaij ons voordoet. Hij vroeg aandacht in de media en de tweede kamer voor kinderen met het down – syndroom. Omdat we als nederland dreigen te gaan denken dat de wereld niet is voor mensen met het down – syndroom. En dat er voor hen geen plaats is op deze wereld. Zoals Arie Slob dat doet, die in de discussie over bed, bad en brood aandacht vraagt voor woorden van Jezus: ‘Ik was hongerig, en u gaf mij te eten.’ Omdat we als nederland dreigen te gaan denken dat er in ons werelddeel geen plaats is voor mensen die hebben moeten vluchten en die geen thuis meer hebben. Laat het een belijdenis zijn van solidariteit met hen, voor wie bijna geen plaats meer is. Net als de lofzang van Maria. “ Hij heeft machtigen van hun troon getrokken, en nederigen heeft Hij verhoogd. Hongerigen heeft Hij met goederen vervuld, en rijken heeft Hij ledig weggezonden. “

Thé Lau, ik hef het glas op jouw gezondheid, want jij staat niet alleen. Iedereen is van de wereld en de wereld is van iedereen.