maandag 23 december 2013

Column voor ' de Wekker' : zussen - vaders.

Deze column schreef ik voor 'de Wekker' :  zussen - vaders.

'pas op- familie!' 


zussen

Toen ik als student in Apeldoorn woonde, hielp ik soms bij de bijbelkraam voor anderstaligen op de markt.  Ik herinner me hoe ik daar eens mocht staan met mevrouw Maris, de echtgenote van professor Maris. Dat vond ik heel wat! Ons kwam Yoshi tegemoet, een Asielzoeker uit Sierra Leone, die ons uitbundig begroette: “Aukje, mijn zus! Alle goeds van Jezus Christus!” Zijn ontwapenende bejegening van zuster Maris ben ik nooit vergeten. Hoe vrijmoedig mij zijn woorden toen leken, ik denk nu: Yoshi had gelijk. Onze kerkwoorden “broeders en zusters,” lijken me woorden die verdoezelen wat ze helder zouden moeten zeggen. Dat we broers en zussen zijn. Dat ik met u verbonden ben in Christus, als met familie. Maar als we ze gebruiken in de kerk, klinken ze als woorden op afstand. Als in: ‘De bloemen gaan deze week naar zuster de Vries uit wijk 4’ . Zullen we ze van het stof ontdoen, de woorden? En zullen we ook gewoon weer af en toe zeggen wat ze bedoelen?

vaders


Zo heb ik broers leren kennen op de synode. Broeders die broers werden. Ik kan bijvoorbeeld vrijmoedig zeggen dat ook ik een broer ben van de gebroeders Sok. Maar ik heb daar nog meer familie ontmoet. Van allerlei pluimage. Ik ontmoette ook oudere broers, die in hun geestelijke wijsheid als vaders voor mij waren. Zij voedden mij op en ik leerde veel van hen. Sommigen van hen heb ik het ook gezegd: u of jij bent voor mij een vader in Christus. Laten we weer gaan spreken over vaders en moeders in Christus. Als we die woorden weer gaan gebruiken, dan gaan we ook weer zien dat we zulke mensen nodig hebben in de gemeente. Want daarvan ben ik overtuigd: dat de jongere broers en zussen op zoek zijn naar vaders en moeders in Christus. Om van ze te leren en zo te groeien in geloof. En als we anderen gaan zien als vaders en moeders in het geloof, kunnen we ook benoemen wat we in hen van de Heere ontvangen. Dat maakt dankbaar, is goed voor de gemeente, en tot eer van onze Vader.

zaterdag 31 augustus 2013

Column voor de Wekker: Epic fail / People are awesome


Onderstaande column schreef stond in de laatste editie van De Wekker.

'people are awesome' 


Epic fail

Iedereen heeft recht op 15 minuten beroemd zijn heeft kunstenaar Andy Warhol gezegd. En dat lijkt nu werkelijkheid te gaan worden. Internet geeft iedereen toegang tot iedereen. Dat maakt het mogelijk om beroemd te worden met een liedje dat je opnam op een regenachtige woensdagmiddag. Het wereldwijde web maakt zo beroemdheden. Maar er is ook een andere kant. Het wereldwijde web is ook genadeloos. Het hoeft je maar 1x te gebeuren dat iemand je op het verkeerde moment op de gevoelige plaat legt, en je bent voor altijd gebrandmerkt. Daar is zelf een woord voor op Youtube: epic fail (Episch falen, letterlijk vertaald). Een label dat wordt gebruikt bij filmpjes over mensen die een blunder begaan, zich ernstig bezeren, die ergens van af vallen en dergelijke. Wat zegt het over ons dat we het leuk vinden naar dergelijke dingen te kijken? En verder: Waarom dan niet: ‘foutje, bedankt’, maar moet er meteen ‘episch falen’ van worden gemaakt? Al zou het waar zijn, dat iedereen recht heeft op 15 minuten roem, liever gunnen we onszelf dagelijks 15 minuten (of veel meer) lol ten koste van een ander. Waar blijft de genade?

People are awesome

Gelukkig zijn er ook andere reeksen filmpjes op Youtube, zoals die met de titel ‘people are awesome’ – mensen zijn geweldig.  Dat lijkt een positievere insteek. Maar vergis je niet! Vaak zijn het snelle compilaties met beelden van strakke, jonge en stoere jongens en meiden die zich bezig houden met spectaculaire sporten en stunts. Als het maar spectaculair is, en mooi en gevaarlijk, dan vinden we elkaar al snel awesome. Dus we vertellen elkaar op internet: óf je bent awesome, óf je bent een fail, en het gaat er vooral om hoe je er uit ziet. Ik zou zo graag eens een people are awesome – filmpje willen zien van mensen die dag aan dag zorgen voor een ander. Ik zou weleens een people are awesome – filmje willen zien over mensen met een beperking, en de mensen die bij hen horen. Of voor ouderen, of voor mensen die foute kleren aanhebben. Voor mensen die fouten maken, tekort schieten, een beperkte blik hebben. En dan wilde ik naar ze leren kijken met liefde. Want Zulke mensen zijn awesome. Omdat ze – hoe gebroken en gebrekkig ook – schepsel van God zijn. En omdat de Here er voor gekozen heeft (met liefde!) mensen op te zoeken in hun tekort en ellende, ontstaan door de zondeval, onze enige echte epic fail. Daarom zou ik willen zeggen: God is awesome, en no fail is epic.

dinsdag 4 juni 2013

Henoch wandelde met God




Tijdens het lezen en studeren vorige week kwam ik een mooi gedicht tegen van ds. Okke Jager over Henoch, die wandelde met God. Het gedicht vertelt hoe een kind zich dat voorstelt:


'En God en Henoch waren kameraden,
dus God kwam vaak bij Henoch op bezoek.
Nadat zij samen voor de kwaden baden,
las God een stukje uit Zijn eigen boek.

Eens zei de Here op een mooie morgen:
'Zeg Henoch, ga je mee een eindje om?
Je vrouw zal dan wel voor het eten zorgen.'
En Henoch zei: ’t Is goed hoor, God, ik kom!'

Hij durfde wel zijn kindren achter te laten.
Hij riep: 'tot straks!' en deed de deur op slot.
Zij hadden samen heel veel te bepraten.
Dus Henoch wandelde aldoor met God.

De vogels wisten wel, voor Wie zij zongen.
En alle bloemen kwamen nu aan bod.
De herten kwamen dichtbij met hun jongen.
En Henoch wandelde aldoor met God.

Totdat opeens, - 'o Heer!' zei hij geschrokken,
'We zijn al veel te ver: daar staat Uw Huis!
‘t Is lang geleden al, dat wij vertrokken...
Hoe kom ik ooit alleen weer veilig thuis?'

'Och Henoch,' zei de Heer, 'om tijd te winnen,
- Je komt toch later bij mij wonen, - zeg,
Ga nu dan maar gelijk met mij naar binnen!'
En Henoch was niet meer: God nam hem weg.'

zaterdag 11 mei 2013

Buitenkant - Binnenkant


Deze column schreef ik laatst voor 'de wekker' van afgelopen vrijdag:

Buitenkant
Ook dit jaar heb ik met collega’s de Leicester Conference bezocht. Jaarlijks komen in die engelse Universiteitsstad honderden gereformeerde predikanten samen van over heel de wereld. Wat me daar altijd opvalt is het gebrek aan uiterlijk vertoon. De zaal waarin we elkaar ontmoeten is op zijn hoogst functioneel. Predikanten van heel de wereld komen elkaar tegen in hun gewone kloffie, zonder opsmuk. Een goed voorbeeld is een van de hoofdsprekers van dit jaar: professor Sinclair Ferguson. Groot lichaam, brede heupen (zoals hij zelf zegt), een ‘normaal schots accent’ en grote wenkbrauwen die meepraten wanneer hij smeuiige verhalen opdist. Ik zie hem nog rondlopen, intens genietend. Hij draagt een te wijde broek, waarvan de pijpen wat frommelen. Onder zijn regenjas een donkergroene spencer, die in de jaren ’80 vast ergens in de mode is geweest. Hij is aanspreekbaar voor iedereen en heeft aandacht voor iedereen. In het bijzonder voor jonge predikanten. Als hij het podium opgaat, wordt het stil in de zaal. Want als hij  spreekt over ‘het evangelie’ (sprankelende titel, niet?), gaat de Schrift open, en horen we Gods stem. En niets is heerlijker dan dit: onder het Woord zitten, meeluisteren terwijl de Schriften opengaan en je hart ophalen aan het Woord van God.

Binnenkant
In Leicester zie je aan de buitenkant: een binnenkant. Ik ontmoet mannen die zichbaar hun Heiland liefhebben, en met veel liefde over hem spreken. Ik bid met broeders die in hun gebed de Drie – Enige God grootmaken en prijzen om de verlossing die Hij geeft. Ik luister naar preken die mij bepalen bij mijn hoge roeping: Het Woord van God te brengen. Ik ontvang advies van wijze broeders over het werk in de gemeente. Iemand belijdt zijn gebrek aan discipline als het gaat om gebed en bijbellezen. Ik herken mezelf in zijn woorden: waarom zoek ik de Here niet meer en vaker in mijn normale alledaagse omstandigheden? Dat een ander daarin zijn tekort belijdt, is geen vertroosting. Maar de nederigheid van de ander, die het mij belijdt, is heilzaam.  Onderweg naar huis besef ik dat ik heb verkeerd met geestelijke broeders en vaders: mannen die geestelijk veel verder zijn dan ik. Ook dit jaar weer. Elke keer als ik terug kom voel ik me een kleintje in het Koninkrijk van God. En ik voel me een gezegend mens. Waar mensen zo bij elkaar kunnen zijn, daar is de kerk. Ik bid dat ik zo ook thuis in Aalten deel van die kerk mag zijn. En dat het zichtbaar is. Van binnen uit.


Prof.  Ferguson in gesprek.