Onderstaande column schreef ik vorige maand voor 'De Wekker',
het kerkblad van de Christelijke Gereformeerde Kerken.
Thé Lau |
Iedereen
is van de wereld
Dat zingt de Bergse zanger Thé Lau, die de
laatste tijd om zijn gehele oeuvre is gelauwerd (what’s in a name). Een
pakkende zin, maar wat zeg je er mee? Wij gereformeerden zeggen het in ieder
geval niet. ‘Wij zijn niet van de wereld, wij zijn in de wereld.’ Een mooie
zin, maar ik geloof er niks van. Wij zijn helemaal niet in de wereld. We sluiten ons keurig op
in onze eigen kerkelijke cultuur en trekken ons terug uit de samenleving. Hoe
relevant is de kerk voor de mensen om ons heen? Hoeveel niet – kerkelijke
vrienden heb ik eigenlijk? Bij de cursus getuigend gemeente zijn, die wij in
Aalten volgen wordt dat pijnlijk duidelijk: het zijn er veel te weinig. Maar
ondertussen zijn we wel ván de wereld. Want we denken precies zoals de wereld
denkt. In termen van invloed en macht, status, geld. Vooral bezig met onze
eigen rust, vrijheid, comfort. Aan trots en hoogmoed geen gebrek. Niets wereldlijks
is ons vreemd. Laten we het maar eens zeggen, als een belijdenis van schuld:
iedereen is van de wereld, en ik ook.
... en
de wereld is van iedereen.
Dat zingt Thé Lau ook: de wereld is van
iedereen. Het zijn woorden die ruimte maken voor anderen. Als de kerk nou eens
zou inzetten met dit credo, dan zouden we echt een ander geluid laten horen dan
de wereld. Zoals Kees van der Staaij ons voordoet. Hij vroeg aandacht in de media
en de tweede kamer voor kinderen met het down – syndroom. Omdat we als
nederland dreigen te gaan denken dat de wereld niet is voor mensen met het down
– syndroom. En dat er voor hen geen plaats is op deze wereld. Zoals Arie Slob
dat doet, die in de discussie over bed, bad en brood aandacht vraagt voor
woorden van Jezus: ‘Ik was hongerig, en u gaf mij te eten.’ Omdat we als
nederland dreigen te gaan denken dat er in ons werelddeel geen plaats is voor
mensen die hebben moeten vluchten en die geen thuis meer hebben. Laat het een
belijdenis zijn van solidariteit met hen, voor wie bijna geen plaats meer is. Net
als de lofzang van Maria. “ Hij heeft machtigen van hun troon getrokken, en
nederigen heeft Hij verhoogd. Hongerigen heeft Hij met goederen vervuld, en
rijken heeft Hij ledig weggezonden. “
Thé Lau, ik hef het glas op jouw gezondheid,
want jij staat niet alleen. Iedereen is van de wereld en de wereld is van
iedereen.